Hulp
1. Hulp: Herken en erken het geweld
Vraag jezelf af: “Voel ik me vaak klein, onzeker, bang of schuldig na contact met deze persoon?”
Noteer voorbeelden: schrijf op wat er wordt gezegd of gedaan, en hoe jij je erbij voelt. Dit helpt om grip te krijgen en patronen te herkennen.
2. Stel grenzen
Begin klein: zeg bijvoorbeeld “Stop, ik wil niet dat je zo tegen me praat.”
Wees duidelijk, rustig en herhaal je grens. Jij hebt het recht op respect.
Wees voorbereid op weerstand: veel daders van geestelijk geweld proberen je grens te ondermijnen.
3. Praat erover met iemand die je vertrouwt
Zoek een veilige persoon: een vriend(in), familielid, huisarts, vertrouwenspersoon op school of werk.
Je hoeft het niet alleen op te lossen. Anderen kunnen je helpen om helder te blijven denken.
4. Zoek professionele hulp
Huisarts – kan je verwijzen naar psycholoog of maatschappelijk werk.
Veilig Thuis (Nederland) – 0800 2000 (gratis en anoniem). Zij bieden advies en ondersteuning.
Slachtofferhulp – voor emotionele steun en juridische hulp.
In België kun je terecht bij 1712 (hulplijn voor geweld).
5. Maak een veiligheidsplan (indien nodig)
Als je situatie escaleert of je voelt je onveilig:
Zorg voor een noodtas (papieren, kleding, medicijnen).
Spreek met iemand af wat je doet als je hulp nodig hebt.
Houd belangrijke telefoonnummers bij de hand.
6. Werk met hulp aan je herstel
Geestelijk geweld ondermijnt je zelfbeeld. Herstel kost tijd, maar is mogelijk:
Praat met een therapeut.
Bouw een ondersteunend netwerk.
Herontdek wat jij belangrijk vindt, los van de ander.